Beste Annemieke, Springtij-vrienden, dames en heren,
Ja, en dan toch weer een ‘fysieke’ bijeenkomst. Goed om hier te zijn!
‘Wij zijn allemaal ruimtevaarders,’ zei Wubbo Ockels hier zeven jaar geleden tijdens zijn Springtij ‘Bergrede’. Hij zag dat, toen hij als astronaut van een afstand naar de aarde keek: de aarde zelf is ons ruimteschip.’
Het is een mooi, en ook verhelderend perspectief. Want vanaf de ruimte zie je pas goed hoe bijzonder en vooral hoe precair het ecologische evenwicht op de aarde is.
Wubbo Ockels zei daarna ook: ‘De natuur heeft altijd gelijk’. Hij herhaalde dat een paar keer. En die zin blijft hangen.
Handelen we daar eigenlijk wel naar? Kijken we wel goed genoeg? Want er is nogal wat aan de hand met ons ruimteschip. Alle rode lampjes op het dashboard branden. En we gaan maar door...
Het punt is misschien, niet iedereen ziet die brandende lampjes op het dashboard.
Nederland is een fijn land om te wonen. Wereldwijd bezien hebben wij een schoon en gezond land.
Maar ook hier zien we hoe vervuild onze leefomgeving op veel plaatsen echt is:
-
Dat elk jaar 11 duizend mensen in Nederland vervroegd overlijden door die slechte lucht;
-
Dat in Nederland 1 miljoen mensen last hebben van hun longen door die slechte lucht;
-
Dat het steeds moeilijker wordt om ons drinkwater schoon te houden;
-
Dat er steeds meer microplastics in onze bodem, ons water, in de dieren in Nederland, en ook in onszelf terechtkomt;
-
Dat wij in Nederland drie keer meer grondstoffen verbruiken dan de aarde jaarlijks kan regenereren.
Dat is onaanvaardbaar.
Want dit gaat niet over de afweging van het ene belang tegen het andere. Dit is geen kwestie van milieu óf economie, van klimaat óf welvaart.
Het gaat over het algemeen belang. Over onze leefomgeving, over de aarde, ons water en de lucht: over de elementen die ons voedsel en zuurstof geven.
Daarvoor hebben we een nieuwe koers nodig, waarin de gezondheid mens en de gezondheid van zijn leefomgeving centraal staan.
Springtij-vrienden,
Ik vertel u hiermee niks nieuws.
Waar het mij nu om gaat is de vraag: hoe kunnen wij samen dit verhaal omzetten in een echte gedragsverandering bij iedereen. Want het duurzame alternatief is nog steeds niet altijd het meest voor de hand liggende alternatief.
En over dertig jaar is het geen alternatief meer, maar een nieuwe realiteit. Dat is een internationale afspraak.
Er is een nieuwe koers nodig waarin de gezondheid mens en de gezondheid van zijn leefomgeving centraal staan.
We staan nu op een groot kruispunt in de wereldgeschiedenis: voor het eerst wordt de gehele wereld op hetzelfde moment getroffen door een pandemie. Met grote gevolgen voor alle samenlevingen op de verschillende continenten, met grote gevolgen voor de wereldeconomie.
En de vraag op tafel is: hoe willen we uit deze crisis komen?
Laten we dit moment in een wat groter perspectief zetten.
We hebben sinds de industriële revolutie een lineaire, op fossiele grondstoffen gebaseerde economie opgebouwd. Het broeikasgas in onze atmosfeer is in de afgelopen 50 jaar verdubbeld.
45% van alle CO2 uitstoot hangt direct samen met de productie van onze spullen en ons voedsel. Primaire grondstoffen raken op. De aarde is uitgeput, en het gevecht om de laatste koekkruimels is aan de gang.
Als we naar grondstoffen kijken, dan zijn we eind augustus wereldwijd al door ons ‘budget’ heen. In Nederland zijn we nog sneller: 3 mei. En de Verenigde Staten hebben op 14 maart al opgemaakt, wat de aarde in een heel jaar opnieuw kan aanmaken.
Als je zo met je bankrekening omgaat, heb je heel gauw een pittig gesprek bij de bank…
En het is niet het kapitaal van de aarde dat we uitputten, maar ons eigen kapitaal. We maken de bodem onder onze voeten onbruikbaar als we zo doorgaan.
In 2064 leven er naar schatting ongeveer 10 miljard mensen op aarde. Mijn dochter is dan 59, mijn zoon 57. Ikzelf zal dan 91 zijn – dat is tenminste wel het plan.
Als we niets aan ons consumptiegedrag zouden veranderen, is het tegen die tijd 4 tot 5 graden warmer en hebben we ruim 3 planeten nodig om in onze behoeften te voorzien.
U en ik, wij behoren tot de eerste generatie die echt weet wat er aan de hand is.
Het is de hoogste tijd het eindige, lineaire pad te verlaten, en het momentum te benutten om de trein op het duurzame, circulaire pad te zetten. Om klimaatneutraal te worden.
Dat circulaire pad begint bij de wetenschap die ons kennis levert over ecologische en klimatologische scenario’s, bij kennisinstellingen die duurzame alternatieven aanreiken, bij ontwerpers en ondernemers voor wie de business niet ophoudt bij de verkoop van hun product.
We maken economische groei los van gebruik van primaire grondstoffen. De ketens worden korter, en in veel gevallen ook lokaler. We bouwen een systeem op economisch, natuurlijk en sociaal kapitaal. Dat vraagt andere kennis, en andere vaardigheden.
En ‘circulair’ is meer. Het is ook de vraag: waarom zou je een auto 23 van de 24 uur per dag stil laten staan, in plaats van een deelauto pakken als je hem nodig hebt. Of de trein, bus, of een deelscooter. Minder materiaal, minder voertuigen op de weg, minder parkeerplaatsen. Meer ruimte voor fietsplekken en bomen.
We zien het aantal duurzame alternatieven snel toenemen: producten en diensten waarbij die grote vraag – wat betekent dit voor onze gezondheid en die van onze planeet – als eerste is gesteld. En het resultaat is sterk en aantrekkelijk. Het is eigenlijk heel logisch.
Dames en heren,
‘Milieubeleid’ is eigenlijk geen milieubeleid, maar algemeen beleid: een basis om steeds aan te toetsen.
Juist nu, nu we besluiten over de manier waarop we de economie weer willen opbouwen. En ik zeg het de Europese Commissie dan ook na: Let’s build back better! – beter goed gejat dan slecht bedacht.
De toetssteen voor elke businesscase is: ‘De natuur heeft altijd gelijk’.
COVID-19 laat ons zien hoe kwetsbaar wij als mensen eigenlijk zijn. Hoe krachtig de natuur is. Eén vleugelslag van een vlinder kan het zetje geven tot een orkaan. Dit virusdeeltje is nog veel kleiner, de gevolgen groter.
Het vertelt ons dat we altijd naar de goede balans moeten zoeken. Dat we werken aan een bloeiende economie, met oog voor de gezondheid van natuur en mens.
COVID-19 crisis laat ook nog iets anders zien: de veerkracht van mensen, van samenlevingen en van de internationale gemeenschap zien. Als het moet, worden vaste patronen en gewoontes radicaal doorbroken.
Het doel is milieuschade voorkomen in plaats van achteraf herstellen.
Daarom geloof ik dat een snellere transitie naar een klimaat-neutrale, circulaire economie ook echt mogelijk is. Er ís geen ‘terug naar het pre-coronatijdperk’. Er is alleen een weg vooruit. Een nieuw perspectief. Een aantrekkelijk perspectief ook, vind ik persoonlijk. Een nieuwe tijd waar we samen, hier in Nederland, in Europa, en mondiaal vorm aan geven.
Milieueffecten hebben een prijs. ‘Achterblijvers’ horen die prijs in hun portemonnee te voelen. Om ze bij de les te roepen. Bijvoorbeeld door het verbieden en beboeten van milieuschade, door een verbod op verbranding van recyclebaar afval, door een verplicht minimumpercentage aan gerecycled materiaal in nieuwe producten.
We hebben begin dit jaar het Schone Lucht Akkoord gesloten, een Nederlands én een Europees Plastic Pact. We hebben een uitvoeringsprogramma Circulaire Economie.
En vandaag presenteren we het volledig herziene Nationaal Milieubeleidskader. Vanaf vandaag gaan we aan de slag om van milieubeleid algemeen beleid te maken. Het doel is milieuschade voorkomen in plaats van achteraf herstellen.
Daarvoor staan vier uitgangspunten centraal:
-
Safe by design: milieuvriendelijk ontwerpen;
-
De vervuiler betaalt;
-
Stapsgewijze verbetering van de milieukwaliteit: voldoen aan milieunormen is geen eindstation, maar het startpunt;
-
Verbinding en samenwerking: milieu houdt zich niet aan grenzen. Daarom maken we ook afspraken over onze landsgrenzen heen.
Die ‘papieren tijgers’ werken. We hebben in het Klimaatakkoord een transitie naar duurzame mobiliteit afgesproken. U weet hoe het ging: de subsidiepot voor elektrische voertuigen was binnen twee weken leeg.
Het is aan ons om de versnelling in te zetten. Ontwerpers uit te dagen, ondernemers te helpen. Om van duurzaam denken en doen een vanzelfsprekendheid te maken. Om de zorg voor onze gezondheid, en die van onze planeet te verankeren in onze cultuur, in de hardware van organisaties, in het handelen van mensen.
Dit is geen Nederlands verhaal. Dit is een internationaal verhaal waar we Europa bij nodig hebben, en de internationale gemeenschap. Dit is het verhaal van de Green Deal, van de Sustainable Development Goals. Van internationale standaarden.
Dit is het verhaal van ons allemaal. Van ruimtevaarders die zuinig zijn op hun ruimteschip, omdat ze er maar 1 hebben.
Dames en heren,
U weet precies waar dit over gaat. Het gevoel van urgentie heeft u vandaag naar dit eiland gebracht.
Het gaat over het klimaat, over energietransitie, landbouwhervorming, circulaire economie. Het gaat over de paradigmaverschuiving in al die grote thema’s.
De opdracht voor het volgende kabinet is die grote thema’s met elkaar te verbinden, van ‘milieubeleid’ algemeen beleid te maken. Maar een kabinet kan het niet alleen. We zullen het echt samen moeten doen.
En mijn oproep aan u is: bedenk of u uw eigen steentje wellicht nog wat groter kunt maken. Daag anderen uit dat ook te doen. En help ook het volgende kabinet in de goede richting. Met ideeën, met kennis, met betrokkenheid, invloed en liefde, voor ons ruimteschip en zijn passagiers.
Dank u wel.