De beheerders verwachten dat dit leidt tot een forsere opgave en hogere kosten. Dat meldt minister Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) vandaag aan de Tweede Kamer.
Minister Harbers: “Onze dijken, stormvloedkeringen, dammen en duinen beschermen Nederland al van oudsher tegen het water. En dat is letterlijk van levensbelang. Nu zien we dat de zeespiegel stijgt en dat rivierafvoeren stijgen door langere perioden met neerslag. Veilig wonen en werken onder de zeespiegel is geen vanzelfsprekendheid, het werk aan onze bouwwerken is daarom ook nooit klaar. Rijkswaterstaat en de waterschappen houden steeds in de gaten of ze aangepakt moeten worden en zorgen daarmee continu voor onze veiligheid. Het is goed dat we nu een beter beeld hebben welke versterkingen er in de toekomst nodig zijn om Nederland zo veilig mogelijk te houden.”
De primaire keringen worden versterkt via het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Hierbinnen nemen Rijk, waterschappen, provincies en gemeenten maatregelen om de gevolgen van klimaatverandering op te vangen. Zonder onze dijken en duinen zou ongeveer de helft van Nederland onder water kunnen komen te staan.
Grotere opgave
In 2014 is een schatting gedaan over het aantal kilometer dat aan primaire keringen moest worden versterkt. Toen werd gedacht dat het ging om ongeveer 1500 kilometer. Inmiddels is er meer kennis over de sterkte van de dijken en zijn de kosten van versterkingen gestegen.
De beheerders hebben de afgelopen zes jaar alle keringen beoordeeld aan de hand van nieuwe, deels strengere, normen. Dat heeft tot een nieuwe schatting geleid: er wordt nu door beheerders verwacht dat tussen nu en 2050 ongeveer 2000 kilometer aan primaire keringen moet worden aangepakt. Het gaat hier om een eerste inschatting: pas als een versterkingsproject is ingepland, wordt nauwkeurig bekeken welk deel daadwerkelijk versterkt moet worden.
Een grotere opgave brengt vanzelfsprekend meer kosten met zich mee. Als de huidige financiële afspraken worden voortgezet, is er € 12,6 miljard beschikbaar tot 2050. De eerste grove kosteninschatting laat echter zien dat er meer geld nodig is. Hoeveel er in totaal nodig is, is nog erg onzeker. Dat geeft ook de grote bandbreedte aan: de schatting ligt tussen € 15,7 miljard en € 32,9 miljard. Het ministerie gaat nu, samen met waterbeheerders, aan de slag met hoe de precieze opgave in kilometers en kosten kan worden aangescherpt.
Samenwerken met water
In november 2022 kondigde minister Harbers namens het kabinet al aan om water en bodem ‘sturend’ te maken in de ruimtelijke ordening. Dat betekent onder meer dat dijken niet alleen moeten worden verhoogd en verbreed, maar dat het ook noodzakelijk is om ruimte te reserveren voor toekomstige dijkversterkingen of rivierverruimingen.