In dat contract is geregeld op welke trajecten de komende jaren NS-treinen rijden, worden financiële afspraken gemaakt en staan afspraken waar NS zich aan moet houden. Vandaag maakt Heijnen bekend hoe het nieuwe contract, dat loopt van 1 januari 2025 tot eind 2033, eruit ziet. De nieuwe afspraken zijn belangrijk. De trein speelt een belangrijke rol in de verduurzamingsopgave van Nederland, en is van groot belang om nieuwe woonwijken bereikbaar te maken.
Op alle plekken waar nu een NS-trein rijdt, zal deze blijven rijden. In het buitenland kan dat anders worden. In ons land blijft NS alle intercity’s rijden, maar ook bijvoorbeeld de sprinters tussen Zwolle en Groningen en Zwolle en Leeuwarden.
Rust en zekerheid voor reizigers
Staatssecretaris Heijnen: “Ik vind het belangrijk dat een goede bereikbaarheid met het openbaar vervoer in heel Nederland goed geregeld is. Het mag niet uitmaken of je in Amsterdam, Breda, Beilen of Wolvega woont. Het Nederlandse spoornetwerk wordt erg intensief gebruikt door zowel reizigerstreinen als goederentreinen. Door één groot contract met NS af te sluiten, zorg ik voor een samenhangende en betrouwbare dienstregeling waardoor reizigers makkelijk kunnen overstappen en waarbij de verbindingen goed op elkaar aansluiten. Daarnaast wil ik rust en zekerheid voor de reizigers creëren en mensen verleiden weer meer de trein te pakken. Het huidige aanbod is de basis en dat wordt stapsgewijs uitgebreid. Ik vind het daarbij belangrijk dat treinen niet alleen rijden tussen de grote steden, maar ook naar gebieden waar minder reizigers instappen”.
Meer keus voor internationale reiziger
Voor de internationale verbindingen naar Berlijn, Londen, Parijs en Frankfurt geldt dat ze niet meer in het contract met NS worden ondergebracht, maar dat ook andere partijen daar treinen kunnen gaan rijden. Dit gebeurt voor deze trajecten ook al in België en Duitsland.
Staatssecretaris Heijnen: “Voor deze internationale verbindingen geloof ik dat de markt kansen biedt voor reizigers. Deze verbindingen zijn niet te vergelijken met de dienstregeling op ons binnenlandse spoorwegnet, waar een combinatie van sprinters, intercity’s en goederentreinen gedurende de hele dag reizigers en goederen naar hun plek van bestemming brengen. De verbindingen tussen deze grote Europese steden hebben een andere frequentie en worden ook in onze buurlanden aan de markt over gelaten. Het is daarom logisch om hier in Nederland ook zo mee om te gaan.”
Investeren in betrouwbare dienstregeling voor de reiziger
Om een goede dienstregeling voor treinreizigers mogelijk te maken, krijgt NS de komende jaren een subsidie van 13 miljoen euro per jaar van de overheid. Dit is een investering die nodig is om te zorgen dat er genoeg treinen rijden om het spoor aantrekkelijk te houden voor de reiziger. Het Rijk investeert in deze concessie in totaal bijna een miljard, inclusief gemiste inkomsten.
De subsidie is een trendbreuk met de vorige concessie. Toen betaalde NS het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat 86 miljoen per jaar als vergoeding voor het contract. Tijdens en na de coronapandemie heeft NS financiële steun van de overheid gekregen om de treinen te laten rijden.
Staatssecretaris Heijnen: “Om reizigers een goede dienstregeling te kunnen bieden, is NS de komende jaren afhankelijk van subsidie. De tijden zijn nu wezenlijk anders dan toen het Rijk het vorige contract met NS afsloot. Er maken nog steeds zo’n 200.000 mensen per dag minder gebruik van de trein dan voor de coronapandemie en de reizigerspatronen zijn drastisch veranderd. Daarnaast zijn de prijzen van energie en lonen gestegen en rijden er minder treinen als gevolg van personeelstekorten. Ik wil een betrouwbare dienstregeling waar reizigers op kunnen rekenen. Daarvoor is noodzakelijk dat de overheid ook de komende jaren bijspringt, anders kunnen er veel minder treinen rijden dan nu het geval is en worden reizigers de dupe. Dat wil ik niet.”
Tarieven
NS heeft de afgelopen jaren de prijzen voor treinkaartjes niet volledig mee laten groeien met de inflatie. Daarom mag NS de tarieven volgend jaar en in 2026 met 3,5% extra te verhogen. Om de kaartjes zo betaalbaar mogelijk te houden geeft het Rijk NS dus subsidie, en moet NS bezuinigingen doorvoeren om de kosten te drukken.
NS onderzoekt de mogelijkheden van een nieuw tariefstelsel, waarin de prijzen van treinkaartjes kunnen verschillen naar tijd en traject. NS krijgt in het nieuwe contract de mogelijkheid om voorstellen te doen voor een nieuw tariefstelsel en daarover in overleg te gaan met consumentenorganisaties, regionale vervoerders en andere concessieverleners.
Staatssecretaris Heijnen: “Ik vind het goed om na te denken wat we kunnen doen dat meer mensen op een rustig moment de trein pakken. Een andere tariefstelsel, waarbij reizen in de spits duurder wordt en buiten de spits goedkoper, zou daarbij kunnen helpen. Maar ik zie ook dat hier haken en ogen aan zitten. Dit gesprek moet worden gevoerd. Uiteindelijk wil ik dat de Tweede Kamer kiest of we een nieuw tariefstelsel invoeren."
Afspraken
In het nieuwe contract worden ook nieuwe afspraken vastgelegd met NS, waarop de reiziger kan rekenen. NS wordt daar elk jaar op beoordeeld. De definities van vertragingen en zitplaatskans zijn aangepast en er zijn afspraken bijgekomen. Zo is vastgelegd dat NS minder makkelijk de dienstregeling kan afschalen en de reisinformatie over vertraging moet verbeteren.
Europese Commissie
Op 14 juli heeft de Europese Commissie laten weten een ingebrekestellingsprocedure te starten tegen het besluit om het contract opnieuw onderhands aan NS te gunnen. Deze procedure heeft geen opschortende werking en de gunning kan daarom vooralsnog doorgaan zoals gepland. De Tweede Kamer heeft dit voornemen in het verleden bij herhaling met grote meerderheid gesteund.