Dat schrijft staatssecretaris Stientje van Veldhoven (Infrastructuur en Waterstaat) in een brief aan de Tweede Kamer. De bodem van het EMK-terrein is ernstig vervuild door industriële activiteiten in de jaren ’70. Het terrein wordt als het aan het ministerie, de provincie Zuid-Holland, de gemeente Krimpen aan den IJssel en het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard ligt, zoveel mogelijk schoongemaakt en geschikt gemaakt als bedrijventerrein. De voorkeursvariant voor de schoonmaakoperatie waar overeenstemming over is, wordt nu eerst nader uitgewerkt. In juni volgt daarover een besluit. Vervolgens wordt een definitief saneringsplan opgesteld waar het bevoegd gezag, Milieudienst Rijnmond, goedkeuring op moet geven.
Saneren en ontwikkelen
Sinds 2018 wordt het EMK-terrein gesaneerd. Dat is in 2020 stil komen te liggen door een aantal complexe ontwikkelingen. Om de sanering voort te kunnen zetten, is onderzoek gedaan en onafhankelijk advies ingewonnen. Vier opties zijn in kaart gebracht om de sanering weer op te starten, variërend van minimale sanering tot maximaal. De voorkeursvariant waar de bestuurlijke partners overeenstemming over hebben, is variant nummer drie: ‘saneren en ontwikkelen’. Dit is de meest effectieve variant om het terrein functiegericht, proportioneel en qua wat technisch mogelijk is zo schoon mogelijk te krijgen. Het grootste deel van het terrein zal na de hersanering kunnen dienen als bedrijventerrein. De komende tijd wordt de voorkeursvariant, in overleg met de gemeente en de provincie nader uitgewerkt. Ook de klankbordgroep met vertegenwoordiging van omwonenden en omringende bedrijven wordt daarin betrokken. In de uitwerking volgt een besluit over de te nemen maatregelen voor het verstevigen van de damwanden van het EMK-terrein.
Milieuschade voorkomen
Het saneren van historische bodemverontreinigingen zoals deze, waarbij het gaat om vervuiling die al ver in het verleden heeft plaatsgevonden, is doorgaans een langdurige en kostbare operatie. De inzet hierbij is de verantwoordelijkheid en de kosten van milieuschade zo veel mogelijk bij de veroorzakers neer te leggen. In de praktijk is dit echter bij historische bodemverontreinigingen in veel gevallen niet meer mogelijk. De bedrijven, grondeigenaar of projectontwikkelaar die de vervuiling in het verleden hebben veroorzaakt, bestaan vaak niet meer. Omdat we de gezondheid van mens, bodem en grondwater willen beschermen moet de saneringsoperatie waar dat met proportionele maatregelen kan, doorgaan, ook als dit niet verhaald kan worden op de vervuiler.
Sinds 1987 is het met de komst van de Wet bodembescherming verboden om verontreiniging te veroorzaken. Omdat we milieuschade willen voorkomen in plaats van achteraf moeten herstellen.