Allereerst hartelijk dank voor het plan! Ik begrijp dat er veel mensen hier aanwezig zijn die hieraan hebben bijgedragen, dank daarvoor!
Ik zeg er gelijk maar bij dat ik graag een beroep blijf doen op jullie kennis en expertise. Want we zijn volop bezig met de nieuwe aanpak van onze rivieren. En dat doen we met de inbreng van veel partijen.
Wat dat betreft is de titel van uw plan veelzeggend: Levende rivieren.
Het drukt uit waar we naar streven: levend in de zin van vitaal, vol met leven. Ook onderwater, goed om daar meer aandacht aan te geven.
Maar het drukt ook uit dat het werken met de rivieren nooit af is. Rivieren zijn levende karakters die zich niet makkelijk laten temmen.
Dat zien we regelmatig. Ik kan me nog goed herinneren hoe ik in een periode van hoog water met een inspectievlucht meeging om de overstroomde rivieren te bekijken. Zeer indrukwekkend.
Rivieren zijn levende karakters die zich niet makkelijk laten temmen.
Maar iedereen herinnert zich ook nog vorig jaar zomer, toen het zo intens lang droog was, met alle zorgen van de mensen. Denk aan de grote problemen met de bevaarbaarheid. En het lage grondwaterpeil, dat ook nu nog steeds niet overal op peil is.
Onze rivieren roepen steeds nieuwe vraagstukken op, waar nieuwe inzichten en antwoorden voor nodig zijn. Eigenlijk staan we nu voor een nieuw begin.
We hebben twaalf jaar gewerkt aan het programma Ruimte voor de Rivier.
Een bijzonder moment was 14 maart dit jaar. Toen stond ik met de Koning in Kampen stil bij de oplevering van het laatste project. Dat was de realisering van het Reevediep als onderdeel van het project IJsseldelta.
We markeerden daar het einde van een tijdperk. Op 34 plekken hebben we het water meer ruimte gegeven. En dat niet alleen: er is ook veel nieuwe natuur ontwikkeld.
In uw plan staan daar ook mooie voorbeelden van. Zoals de Spiegelwaal bij Nijmegen. Goed voor de waterveiligheid. Maar ook dé plek waar veel mensen recreëren, en bijvoorbeeld een broedplaats voor veel vogels zoals de oeverzwaluw.
Ook bij andere gebieden is die slimme combinatie van waterveiligheid en natuur geslaagd, zoals bij de Noordwaard en Millingerwaard.
Dit heeft onder andere geleid tot de terugkeer van bekende soorten, zoals de bever en de otter. Maar ook tot de terugkeer van soorten die ik eerlijk gezegd niet kende, zoals de mantelanjer en de grindwolfspin… [vooral de laatste spreekt tot de verbeelding – ze zou maar in de Lord of the Rings kunnen opduiken].
Die combinatie van waterveiligheid en natuur werkt dus.
Dat is belangrijk met het oog op de nieuwe aanpak.
We zijn hard bezig met de opzet van een nieuw programma: Integraal Riviermanagement. Deze zomer heb ik samen met regionale bestuurders van Rijn en Maas de opdracht gegeven om hiervoor een plan te ontwikkelen.
We kijken niet alleen naar waterveiligheid en de beschikbaarheid van water. Maar nadrukkelijk naar de bevaarbaarheid, waterkwaliteit en natuur.
We gaan door met wat goed werkt in de praktijk. Zoals het werken mét en voor de natuur. Ik pleit er ook in internationaal verband voor, bijvoorbeeld bij de internationale klimaatmaatregelen van de Global Commission on Adaptation. Er is veel enthousiasme voor ‘working with nature’.
We gaan door met wat goed werkt in de praktijk. Zoals het werken mét en voor de natuur.
Dat principe gaan we ook toepassen bij nieuwe projecten bij de Rijn en de Maas. We hebben net vorige week in de bestuursoverleggen [MIRT] afspraken gemaakt dat we dit verder gaan uitwerken.
Bijvoorbeeld het project Meanderende Maas waarbij de rivier in de uiterwaarden meer ruimte krijgt om de veiligheid te verbeteren. En tegelijkertijd liggen hier kansen om nieuwe natuur te ontwikkelen en bijvoorbeeld de haventoegang te verbeteren. Veel partijen denken en werken actief mee, zoals Natuurmonumenten en de delfstofwinnaars.
Dat meedenken vind ik heel belangrijk.
Alle invalshoeken zijn nodig.
Daarom blijven we dat ook stimuleren: ruimte voor levende rivieren vraagt om ruimte voor levende ideeën.
Ik waardeer dan ook zeer de aanpak van WNF bij het plan ‘Levende rivieren’. WNF heeft niet alleen gekeken naar het natuurbelang, maar juist ook partijen opgezocht met hele andere belangen zoals scheepvaart en woningbouw. En geprobeerd deze belangen met elkaar te verenigen.
Dat heeft interessante aanknopingspunten opgeleverd.
Bijvoorbeeld hoe je om kunt gaan met de overwaarde van grond bij rivieren. Zoals de overwaarde die ontstaat als je landbouwgrond een woonbestemming geeft. Voorheen gold de regel ‘rood voor groen’. Dat sloeg op het principe dat een projectontwikkelaar mocht bouwen onder voorwaarde dat hij ook extra groen zou realiseren.
U schetst een nieuw model. Als er mag worden gebouwd, moet een deel van de overwaarde niet alleen worden besteed aan extra groen, maar ook aan rivierverruiming.
‘Rood voor groen én blauw’ dus.
Een interessant idee. Ik zou bijna zeggen: who is afraid of red, green and blue…
U heeft ook gekeken naar oplossingen voor het tegengaan van erosie.
We kennen het probleem: de rivierbodem verdiept door het wegschuren van zand. Dit gebeurt echter niet overal waardoor er drempels ontstaan. Lastig voor de scheepvaart.
Goed dat u dit samen met Schuttevaer en het ministerie heeft onderzocht.
Het idee is een keten van rivierverruimingen, zodat er meer water door de uiterwaarden gaat en er minder zand wordt weggeschuurd in de rivierbodem zelf.
We kunnen nog niet zeggen dat dit het ei van Columbus is, maar het heeft veel nieuwe kennis opgeleverd en we zijn wel weer een stap verder.
Levende rivieren krijg je met levende ideeën.
U heeft meer ideeën verwerkt, zoals het herstellen van onderwaternatuur, het opvangen van afvoerpieken en droogte, dijken versterken met kleiwinning uit de uiterwaard, om maar een paar te noemen.
Die ideeën wil ik graag verder uitwerken in het programma Integraal Riviermanagement en ik wil graag dat WNF, Schuttevaer en de andere sectoren daar actief in blijven meedenken.
Levende rivieren krijg je met levende ideeën. Dat is mijn belangrijkste boodschap.
Nogmaals, dank voor het inspirerende plan.
En laten we blijven samenwerken om Nederland veiliger, mooier en beter bevaarbaar te maken. Met rivieren – en alle wateren - die springlevend zijn!