Nederland en andere Europese lidstaten moeten wat hem betreft meer doen om onze schone industrie te beschermen en concurrerend te houden. Dat betekent dat we samen duidelijke spelregels moeten afspreken: eisen aan productontwerp, afspraken over hergebruik en een vast aandeel gerecycled plastic in nieuwe producten. Zo zorgen we volgens Aartsen voor een gelijk speelveld voor ondernemers, versterken we de Europese maakindustrie en verkleinen we onze afhankelijkheid van grondstoffen van buiten de EU.
Nederland wil in 2050 volledig circulair zijn. Dat wil zeggen dat materialen niet meer worden weggegooid maar steeds opnieuw worden gebruikt als grondstof voor nieuwe spullen. En dat er daardoor zo min mogelijk afval overblijft. Nederland werkt hier hard aan, maar internationale samenwerking is nodig om de doelen te halen.
Volgend jaar presenteert de Europese Commissie een nieuwe Europese circulaire economie-wet. In Luxemburg maakt Aartsen vandaag de Nederlandse inzet duidelijk.
Uniforme spelregels voor een onafhankelijker Europa
Aartsen pleit voor Europese samenwerking op een aantal punten. Ten eerste wil hij dat er duidelijke eisen komen aan producten bij ontwerp, die gelden in de hele Europese Unie. Daar ligt al een Europees kader voor. Het is belangrijk dat dit snel wordt uitgewerkt voor verschillende producten, om grondstoffen, waaronder kritieke materialen binnen de Europese grenzen te houden. Bijvoorbeeld dat telefoons makkelijker uit elkaar gehaald kunnen worden. Daardoor kunnen ze beter gerepareerd worden, gaan ze langer mee én kunnen de grondstoffen worden hergebruikt als de telefoon wordt afgedankt.
Aartsen: “We willen zo min mogelijk afhankelijk zijn van andere landen als het gaat om kritieke grondstoffen. Dat wil zeggen dat we slim om moeten gaan met de grondstoffen die we al hebben in Nederland in Europa. Niet weggooien maar hergebruiken. Iedereen heeft thuis oude telefoons of batterijen, dus laten we gebruik maken van de materialen die daarin zitten. Zo maken we onze economie niet alleen schoner, maar vooral ook sterker en minder afhankelijk van andere landen. En kunnen Nederlandse ondernemers er een gezonde boterham aan verdienen.”
Van afval naar waardevolle grondstof
Ook pleit Aartsen voor het versterken van de markt voor hergebruikte grondstoffen, Daarvoor zijn onder andere duidelijkere afspraken nodig over wanneer iets afval is en wanneer het een grondstof is.
Aartsen: “Wat we vandaag nog afval noemen, kan morgen juist een waardevolle grondstof zijn. In een circulaire economie willen we materialen zoveel mogelijk hergebruiken in plaats van ze weg te gooien. Daarvoor is het belangrijk dat we in heel Europa dezelfde regels hanteren en er op dezelfde manier uitvoering aan geven: wat is afval en wat is grondstof. Dat maakt het makkelijker om materialen tussen landen te vervoeren en goed te verwerken. En we moeten zorgen dat grondstoffen hier blijven en opnieuw worden gebruikt. Denk bijvoorbeeld aan kritieke metalen zoals kobalt en lithium, die in onze telefoons en batterijen zitten. Die verdwijnen nu vaak in verbrandingsovens, of naar het buitenland, terwijl we ze juist hier in Europa moeten houden en hergebruiken. Zo verkleinen we onze afhankelijkheid van landen als China, versterken we onze economie en creëren we nieuwe kansen voor ondernemers.”
Aartsen wil dat er eenduidige regels komen hierover in alle landen van Europa. Waardoor het aantrekkelijker wordt om deze materialen in Europa te houden, te verhandelen en hier te verwerken tot nieuwe producten.
Recyclers beschermen tegen goedkoop plastic
De Nederlandse plastic- en recyclingindustrie heeft het momenteel moeilijk door concurrentie uit het buitenland, bijvoorbeeld virgin (nieuw) plastic uit China dat tegen hele lage prijzen op de Europese markt terecht komt. Daar kunnen Nederlandse bedrijven niet tegenop concurreren.
Aartsen: “Door slimmer om te gaan met onze grondstoffen en plastic meer te recyclen en weer te gebruiken in nieuwe producten, bouwen we niet alleen aan een schonere toekomst, maar ook aan een sterkere economie. Daarom is het belangrijk dat we in Europa afspraken maken over gerecycled plastic. Zo creëren we een eerlijke markt waarin Nederlandse en Europese bedrijven kunnen concurreren, innoveren en banen behouden. Want puur op prijs kunnen onze recyclers het niet opnemen tegen goedkoop nieuw plastic van buiten Europa. Mondiale afspraken zijn er in Geneve helaas niet gekomen, dus des te belangrijker dat we in Europa samen optrekken. Dat is vandaag mijn boodschap aan mijn Europese collega’s."