Meer ruimte voor de fiets door meer en innovatievere fietsenstallingen bij stations

27-11-2020

De komende jaren gaat bij nog eens zesenveertig stations de schop in de grond voor meer en innovatievere fietsenstallingen. Minder gehannes om een vrij plekje te vinden, en daarmee een makkelijkere aansluiting op de bus of de trein.

De fietsenstallingen komen bij stations in heel Nederland die een belangrijke rol als OV-knooppunt vervullen, of op plekken waar veel huizen gebouwd gaan worden. Daarmee gaat Nederland van 500.000 naar 600.000 stallingsplaatsen. Dat heeft staatssecretaris Van Veldhoven (Infrastructuur en Waterstaat) afgesproken met provincies en vervoerregio’s. Rijk en regio trekken samen een kleine 200 miljoen euro uit voor de extra stallingen. Van Veldhoven draagt 75 miljoen euro klimaatgeld bij, die het kabinet al had gereserveerd in het klimaatakkoord.

Van Veldhoven: “Veel Europese steden hebben in coronatijd stukken weg vrijgemaakt omdat mensen daar massaal de fiets ontdekten. Wij kennen die fiets in Nederland al, als oer-Hollands wapen tegen drukte en voor schone lucht. Maar ook hier bouwen we door aan veilige fietspaden en voldoende stallingen, want we zien dat Nederlanders  in coronatijd nog weer meer zijn gaan fietsen. Nu werken we nog zoveel mogelijk thuis, maar straks gaan we ook weer op de fiets naar het werk. Met deze investering zorgen we dat je je fiets kwijt kunt bij het station, zodat je makkelijk je reis met de trein, bus, deelauto of metro kunt vervolgen”.

Geen lange zoektocht meer naar een plekje voor de fiets
Met deze investering wordt een forse verbeterslag ingezet en worden de geschatte 600.000 plekken die in 2025 nodig zijn behaald. Momenteel zijn er ruim 500.000 plekken bij stations. Dat lijkt veel, maar iedere Nederlander bezit gemiddeld een of meerdere fietsen, en ongeveer de helft van de reizigers komt met de fiets naar het station. Met als gevolg bomvolle stallingen waar veel tweede fietsen staan. Ook is er in veel stallingen tekort aan plekken voor bijvoorbeeld bakfietsen en fietsen met een krat of kinderzitje. Dat landelijke tekort aan fietsenstallingen is in 2025 weggewerkt.

Innovatieve stallingen met robotliften op drukke plekken
Alle provincies en vervoersregio’s konden bij de staatssecretaris plannen indienen voor fietsenstallingen. Van Veldhoven heeft 63 plannen uitgekozen. Bij 46 gaat de schop in de grond, bij 17 start een studie naar het beste ontwerp. Van Veldhoven betaalt maximaal 40% mee. Zoals vastgelegd in het klimaatakkoord heeft zij in totaal 75 miljoen euro beschikbaar om bij te dragen aan regionale plannen. De totale investering komt daarmee uit op circa 200 miljoen euro.

Bij de keuze is prioriteit gegeven aan stallingen die komen bij stations die een OV-knooppunt zijn, of bij stations waar komende jaren veel huizen bijgebouwd worden. Om de schaarse ruimte op stations zo goed mogelijk te benutten, was ook innovatie een selectiecriterium. Onder de uitgekozen plannen zitten onder andere robotliften. De robot stalt de fiets en reizigers kunnen gelijk door naar hun bus of trein. Ook is er veel aandacht voor efficiëntere inrichting van stallingen met meer plek voor verschillende soorten fietsen, zoals bakfietsen en oplaadpunten voor elektrische fietsen. Provincies en vervoerregio’s werken de plannen de komende tijd verder uit, samen met ProRail. De extra 100.000 plekken zijn er in 2025.

Wind mee voor de fiets, nu en straks
Nederland is een fietsland bij uitstek. Daarom heeft het kabinet in het regeerakkoord 100 miljoen voor extra stallingen en snelfietsroutes uitgetrokken, en in het klimaatakkoord nog eens 75 miljoen. Door cofinanciering hebben Rijk en regio daarmee samen ruim een half miljard in betere fietsinfrastructuur geïnvesteerd deze kabinetsperiode.

Van Veldhoven heeft met de regio’s afgesproken ook de komende jaren verder te bouwen aan Nederland fietsland. Zij werken samen aan het ‘Nationaal Toekomstbeeld Fiets’, met daarin zicht op ontbrekende schakels in netwerk van snelfietsroutes en fietsenstallingen. Met dit toekomstbeeld, dat er komend jaar moet liggen, kunnen Rijk en regio beslissen over verdere investeringen in fietsinfrastructuur de komende jaren. In het mobiliteitsfonds wordt integraal gekeken naar knelpunten, daarbij wordt de fiets als volwaardige oplossing meegenomen.

Het gaat om de volgende plekken:

Friesland

  1. Franeker

  2. Leeuwarden

Overijssel

  1. Hardenberg

  2. Heino

  3. Kampen Zuid

  4. Raalte

Studies starten bij Dalfsen, Enschede en Zwolle

Drenthe

  1. Emmen

Groningen

  1. Bedum

  2. Grijpskerk

  3. Groningen

  4. Groningen Europapark

  5. Groningen Noord

  6. Hoogezand-Sappemeer

  7. Martenshoek

  8. Veendam

  9. Winschoten

Noord Holland

  1. Amsterdam Centraal

  2. Amsterdam Sloterdijk

  3. Haarlem

  4. Haarlem Spaarnwoude

  5. Heilo

  6. Krommenie–Assendelft

  7. Naarden-Bussum

  8. Zaandam

  9. Zandvoort aan Zee

Studies starten bij Amsterdam Lelylaan, Hilversum, Haarlem, Heilo en Hoorn

Zuid Holland

  1. Alphen aan den Rijn

  2. Den Haag Laan van NOI

  3. Rotterdam Centraal

  4. Rotterdam Conradstraat

  5. Schiedam Centrum

Studies starten bij Leiden Centraal, Den Haag Laan van NOI en Zwijndrecht

Gelderland

  1. Barneveld Centrum

  2. Geldermalsen

  3. Hoevelaken

  4. Nunspeet

Studie start bij Nijmegen

Flevoland

  1. Dronten

Studie start bij Lelystad Centrum

Utrecht

  1. Amersfoort

  2. Breukelen

  3. Den Dolder

  4. Maarn

  5. Utrecht Lunetten

  6. Utrecht Zuilen

  7. Veenendaal Centrum

  8. Veenendaal West

  9. Vleuten

Studies starten bij Amersfoort Schothorst, Amersfoort Vathorst en Bilthoven

Noord Brabant

  1. Breda

Studie start bij Oss

Limburg

  1. Weert

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Cookie-instellingen